108 - Handelingen Van De Apostelen Hoofdstuk Drie En Die Naam
Dit is een zeer genadig hoofdstuk van de Bijbel. Petrus en Johannes hadden op weg naar de tempel een ontmoeting met een man van boven de veertig jaar oud (Han. 3:2 en 4:22) die kreupel werd geboren uit de schoot van zijn moeder. Zijn familie droeg hem altijd en legde hem bij de ingang van de tempel (de Schone genaamd), om om een aalmoes te bedelen. Zijn hele leven lang konden de Hogepriesters, schriftgeleerden en leiders van de kerk hem niet helpen, behalve dat zij hem aalmoezen konden geven, omdat hun oriëntatie geen wonderen omvatte, het was ongehoord totdat Jezus Christus kwam om de zieken te genezen en te redden; en bevrijde de gevangenen en maakte de banden van goddeloosheidlos. Zijn probleem was in zijn benen en voeten gelegen. Hij kon niet lopen en kon niet werken om zichzelf te onderhouden. Maar zijn bestemde dag kwam en hij ontving het van die NAAM. Petrus verklaarde in vers 6 aan de man dat hij geen zilver of goud had, maar keek hem sterk aan en zei tegen hem: "Zie op ons." Dat schiep een verwachting uit mededogen. U kunt niet verwachten te ontvangen zonder mededogen. Ze gaven hem wat ze hadden.
Het was niet wat hij er van had verwacht. Hij had nog nooit gelopen of opgestaan vanaf de geboorte tot aan zijn volwassenheid. Alle hoop was verloren totdat Jezus Christus naar de aarde kwam en de autoriteit gaf in zijn NAAM. Petrus zei, maar hetgeen ik heb, dat geve ik u; in den Naam van Jezus Christus, den Nazarener, sta op en wandel!" En hij nam hem bij de rechterhand en tilde hem op; en onmiddellijk kregen zijn voeten en enkels kracht. En hij, opspringende, stond en wandelde, en ging met hen in den tempel, wandelende en springende, en lovende God. Heeft God de laatste tijd ook iets voor u gedaan om u ook weer te laten lopen, opspringen en God te prijzen? Wanneer was uw laatste ontmoeting met God en wanneer was uw laatste getuigenis?
In Han. 3:10 waren de mensen met verwondering en verbazing vervuld; over wat er was gebeurd met de man die kreupel was, terwijl hij nu gewoon liep, sprong en God loofde. Het werd gedaan in de NAAM van dezelfde Jezus Christus die we vandaag de dag aanroepen. Het probleem is dat we vandaag de dag wel zilver en goud te geven hebben, maar de NAAM zijn vergeten. We moeten aan de voeten van de Heer neervallen om erachter te komen wat er met ons aan de hand is. We hebben het zilver en het goud wel maar zijn bankroet betreffende de macht die in de NAAM is. Het is dezelfde belofte en dezelfde NAAM maar zonder resultaat vandaag de dag.
In vers 12 zei Petrus tegen de mensen: "Wat verwondert gij u over dit, of wat ziet gij zo sterk op ons, alsof wij door onze eigen kracht of godzaligheid dezen hadden doen wandelen?" En in vers 22-23 citeerde Petrus: “Want Mozes heeft tot de vaderen gezegd: De Heere, uw God, zal u een Profeet verwekken, uit uw broederen, gelijk mij; Dien zult gij horen, in alles, wat Hij tot u spreken zal. En het zal geschieden, dat alle ziel, die dezen Profeet niet zal gehoord hebben, uitgeroeid zal worden uit den volke.” Deze zelfde Jezus is de profeet waar Mozes toen over sprak; Welken gij overgeleverd hebt, en hebt Hem verloochend, voor het aangezicht van Pilatus, als hij oordeelde, dat men Hem zoude loslaten; den Heilige en Rechtvaardige; en hebt begeerd, dat u een man, die een doodslager was, zou geschonken worden; En den Vorst des levens hebt gij gedood, Welken God opgewekt heeft uit de doden; waarvan wij getuigen zijn. En door het geloof in Zijn Naam heeft Zijn Naam dezen gesterkt, dien gij ziet en kent; en het geloof, dat door Hem is, heeft hem deze volmaakte gezondheid gegeven, in uw aller tegenwoordigheid."
Door onwetendheid hebt u het gedaan; dat de Christus lijden zou; Hij heeft het alzo vervuld. In Jezus Christus zullen alle geslachten der aarde gezegend worden. Petrus herinnerde de Joden eraan in vers 26; God, opgewekt hebbende Zijn Kind Jezus, heeft Denzelven eerst tot u gezonden, dat Hij ulieden zegenen zou, daarin dat Hij een iegelijk van u afkere van uw boosheden. En in vers 19 zei Petrus: “Betert u dan, en bekeert u, opdat uw zonden mogen uitgewist worden; wanneer de tijden der verkoeling zullen gekomen zijn van het aangezicht des Heeren."Jezus Christus is die NAAM die een ieder die zich in berouw aan de Heer overgeeft redt, geneest, bevrijdt, voorziet, beschermt en bekeert. Sta niet toe dat onwetendheid u ertoe brengt Jezus Christus voor de tweede keer over te leveren, te verloochenen en te kruisigen. Overdenk Han. 4:12: “En de zaligheid is in geen Anderen; want er is ook onder den hemel geen andere Naam, Die onder de mensen gegeven is, door Welken wij moeten zalig worden.” Nu weet u de NAAM, wat is uw relatie tot die NAAM en wanneer heeft u die NAAM voor het laatst gebruikt? U mag beweren de NAAM te kennen, maar kent u werkelijk JEZUS DE CHRISTUS? Zal Hij u waardig en loyaal en trouw aan zijn WOORD achten als Hij hier aankomt? Verwacht hem in welke ure gij het niet meent.
108 - Handelingen Van De Apostelen Hoofdstuk Drie En Die Naam!